2.10 Wat betekenen al die kleuren? Wie is wie?

De Kerk anno nu

De veelkleurigheid van de Kerk laat zien op hoeveel manieren mensen God kunnen dienen. De paus draagt een wit gewaad, ook wel ‘toog’ genoemd. Kardinalen, de naaste medewerkers van de paus, dragen een rode toog.

Bisschoppen hebben een zwarte toog met een paars randje en een paarse sjerp. In het dagelijks leven dragen prelaten en priesters vaak een zwart pak met boord. Paters, broeders en zusters herken je aan hun habijt: iedere orde draagt een andere kleur of kleurencombinatie.

De paus draagt wit, kardinalen rood, bisschoppen & monseigneurs paars, en priesters & diakens zwart. Religieuzen dragen vaak kleurige habijten.